Een normale bevalling vindt plaats tussen de 37 en 42 weken.
Als je kindje voor de 37 weken wordt geboren, noemen we dit een vroeggeboorte. Dit komt bij ongeveer 1 op de 10 zwangerschappen voor.
Als je kindje te vroeg geboren dreigt te worden, dan krijg je voor de 37 weken weeën. Deze vroegtijdige weeën voelen in principe hetzelfde als weeën rond de uitgerekende datum. Je kan ook eventueel bloed, slijm en/of vruchtwater verliezen. Soms begint een vroegtijdige bevalling met het breken van de vliezen. Je merkt dan dat je vocht verliest.
Als je kindje te vroeg geboren wordt heeft het meestal extra medische zorg nodig, omdat het nog niet helemaal volgroeid is. Indien het medisch verantwoord is, proberen we de bevalling uit te stellen met behulp van medicatie.
Meer informatie krijg je van de verloskundige/gynaecoloog of kun je nalezen in de folder Dreigende vroeggeboorte.