Uroloog geeft antwoord: ‘Kun je nierstenen voorkomen?’ en nog 9 vragen over nierstenen

Ze kúnnen uiterst pijnlijk zijn, maar dat hoeft niet. En een op de tien Nederlanders heeft er weleens eentje gehad. Wat zijn nierstenen, welke symptomen geven ze en hoe komen we er weer vanaf? Uroloog dr. Telma de Oliveira Barbosa geeft hier antwoord op.

Wat zijn nierstenen?

“De nieren filteren onze afvalstoffen uit het bloed waarna urine achterblijft. Nierstenen (nefrolithiasis) ontstaan wanneer bepaalde stoffen zoals calcium, oxalaat, urinezuur of cysteïne in te hoge concentraties aanwezig zijn in de urine. Deze kunnen samenklonteren en kristallen vormen. In het begin zijn deze kristallen nog zo klein als een zandkorreltje, maar geleidelijk nemen ze in volume toe, van enkele millimeters tot soms zelfs meer dan een centimeter. Deze steentjes kunnen in de nier blijven zitten of afzakken via de urineleider naar de blaas en dat doet pijn. Nierstenen zijn daarbij het meest voorkomend, maar blaasstenen bestaan ook.

Bij ongeveer acht procent van de vrouwen en zestien procent van de mannen heeft zich ooit weleens een steen gevormd voor de leeftijd van zeventig jaar. Nierstenen kunnen erfelijk zijn: eerstegraads familieleden hebben een twee tot drie keer verhoogd risico op het ontwikkelen van een niersteen. Nierstenen hoeven geen probleem te zijn: zolang de urine erlangs kan stromen, merken we er niets van. Ook worden ze soms gewoon uitgeplast als ze (nog) klein genoeg zijn, zonder dat we daar erg in hebben.”

Welke soorten nierstenen zijn er?

Uroloog dr. Telma de Oliveira Barbosa is verbonden aan het Niersteen Expertise Centrum van het IJsselland Ziekenhuis in Capelle aan den IJssel: “Er bestaan verschillende soorten nierstenen. De meest voorkomende zijn infectiestenen, kalkstenen en urinezuurstenen. Infectiestenen, ook wel struvietstenen, ontstaan door steenvormende bacteriën in de nieren, zoals de Proteus bacterie. Ze groeien vaak snel: soms binnen een paar weken. Kalkstenen, ook wel calciumoxalaatstenen, komen het meest voor en hebben vaak maanden nodig om te groeien. Urinezuurstenen kunnen weer wel snel ontstaan en worden veroorzaakt door een verhoogd urinezuur in het bloed. Ook kunnen er stofwisselingsproblemen aan ten grondslag liggen. Ook overgewicht, hormonale problemen of een te snelwerkende (bij)schildklier kunnen nierstenen veroorzaken.”

Welke symptomen geven nierstenen?

Dr. Telma de Oliveira Barbosa: “Nierstenen worden meestal veroorzaakt door een combinatie van factoren. De meest voorkomende oorzaak is onvoldoende vochtinname. Hierdoor wordt de urine erg geconcentreerd, waardoor de kristallen in de urine makkelijker kunnen samenklonteren en nierstenen kunnen vormen. Over het algemeen komen nierstenen aan het licht wanneer er heftige pijn in de buik of flank ontstaat. Deze zogenaamde ‘koliekpijn’ komt in aanvallen en ontstaat wanneer een steentje vast komt te zitten in de urineleider tussen de nier en de blaas, waarna de urine niet goed meer weg kan. Tijdens zo’n aanval weten patiënten zich geen houding te geven van de pijn, dit noemen we bewegingsdrang. Soms rollen ze over de vloer van de pijn, vrouwen vergelijken het weleens met weeën. Ook misselijkheid en overgeven kunnen erbij horen. De pijnaanvallen gaan over als het steentje in de blaas is beland en kan worden uitgeplast.”

Wat moeten we doen als we last hebben van nierstenen?

“Als de nierstenen klein genoeg zijn kunnen ze vanzelf worden uitgeplast. Maar als de pijnaanvallen niet overgaan, is een bezoek aan de huisarts noodzakelijk. Die kan een pijnstiller zoals diclofenac geven of een morfineprik tegen de pijn. Indien er dan ook bloedsporen in de urine zitten, kan dit passen bij een niersteen. Als het steentje eenmaal spontaan via de nauwe urineleider in de blaas terechtkomt, zal de pijn stoppen. Zo niet, dan is er meer onderzoek nodig.”

Welke poliklinische behandelingen zijn er voor nierstenen?

Soms plassen we een niersteen niet vanzelf uit en is een (poli)klinische behandeling nodig. Dr. Telma de Oliveira Barbosa: “Bij patiënten die een volledige of gedeeltelijke nierverstopping hebben, kan een inwendig afvoerbuisje in de urineleider worden geplaatst, een zogenaamde JJ-stent. Dit buisje is een tijdelijke oplossing: de steen zit er nog wel maar de pijn is weg. Een andere optie is Extracorporele Shock Wave Lithotripsie (ESWL), beter bekend als niersteenvergruizing. Een niersteenvergruizer wekt met behulp van schokgolven energie op. Deze energie wordt via een soort ballon gericht op het punt in de flank of buik waar de steen zich bevindt.

De steen neemt deze energie op en kan dan breken of tot zeer kleine deeltjes (gruis) gemaakt worden. Als een niersteen heel hard of groot is, kan deze behandeling niet handig zijn omdat de steen dan in grote stukjes uiteen kan vallen die ook weer last kunnen geven. Sommige nierstenen kunnen we met medicijnen proberen op te lossen, bijvoorbeeld urinezuurstenen. De patiënt wordt in dat geval soms doorverwezen naar een nefroloog: een internist die gespecialiseerd is in de werking van de nieren.”

Wanneer is er een operatie nodig?

Als de niersteen niet bij de huisarts kan worden behandeld en de pijn niet weggaat en/of steeds terugkomt, is een verwijzing naar een uroloog noodzakelijk. Hij of zij zal meestal een CT-scan maken om de nieren goed in beeld te brengen en de steen vast te stellen. Daarna wordt een behandelplan gemaakt, waarbij opereren een mogelijkheid is. Dr. Telma de Oliveira Barbosa: “Er bestaan meerdere operaties maar twee soorten operaties worden het vaakst gedaan. Bij de ureterorenoscopie (URS) gaat de uroloog met een kleine buigbare kijkbuis, de ureterorenoscoop, de urineleider in en wordt de niersteen gelaserd en verwijderd terwijl de patiënt onder narcose is. Bij deze operatie hoeft niet gesneden te worden, maar is minder geschikt voor hele grote nierstenen. Een percutane nefrolithotrypsie (PNL) wordt veelal geadviseerd bij grotere nierstenen. De arts doet dan op de rugzijde van de patiënt via één gaatje een kijkoperatie in de nier. Via deze toegang kan de steen met behulp van speciale instrumenten zoals paktangetjes worden vergruisd en/of verwijderd.”

Komen nierstenen in de zomer meer voor dan in de winter?

“Nee. Over het algemeen heeft een niersteen een paar maanden de tijd nodig om te groeien en is die groei is niet seizoensgebonden. Artsen zien dus niet meer niersteenpatiënten in de zomer dan in de winter. Maar nierstenen kunnen wel ontstaan doordat we te weinig drinken, en in de zomer is de kans daarop groter. Het advies van artsen is daarom om dagelijks minimaal twee liter water te drinken in de winter, en tweeënhalf liter water in de zomer.”

Is er een verschil tussen soorten nierstenen bij mannen en vrouwen?

“Ja, en dat hangt af van het type niersteen. Mannen hebben bijvoorbeeld drie keer vaker dan vrouwen last van urinezuurstenen en twee keer zo vaak kalkstenen. Vrouwen hebben weer twee keer vaker dan mannen last van infectiestenen omdat de kans op urinewegontstekingen bij hen nu eenmaal groter is. De kans om voor het eerst nierstenen te krijgen is bij zowel mannen als vrouwen het grootst tussen het twintigste en veertigste levensjaar. En er bestaan zeker tachtigplussers die dan voor het eerst een niersteenaanval krijgen. Mooi, maar dat kan ook betekenen dat ze nooit wisten dat ze nierstenen hadden.”

Kunnen we nierstenen zelf voorkomen?

Dr. Telma de Oliveira Barbosa: “Jazeker. Zoals al genoemd begint dat met goed drinken, het liefst twee liter water per dag. Daardoor stroomt de urine beter door de nieren en kunnen eventuele kristallen makkelijker oplossen. Suikerhoudende frisdranken vergroten de kans op nierstenen, net als meer dan zes gram zout per dag gebruiken. En de Britten doen niet voor niets een wolkje melk in hun zwarte thee; het neutraliseert de oxaalzuren ervan. Probeer daarnaast niet meer dan tachtig tot honderd gram dierlijke eiwitten per dag te eten, zoals vlees. Citrusvruchten beschermen juist weer tegen calciumoxalaatstenen vanwege het bestandsdeel citraat dat, bijvoorbeeld in citroenen, mandarijnen en sinaasappelen zit.”

Welke (nieuwe) medische inzichten bestaan er over nierstenen?

Dr. Telma de Oliveira Barbosa: “De operaties die urologen uitvoeren worden steeds geavanceerder. Vroeger bleef een patiënt na een niersteenoperatie achter met een groot litteken op de buik; tegenwoordig werken we met kleine instrumenten die we veelal via de urinebuis of flank kunnen inbrengen. Ook de vergruizingsapparaten die we gebruiken worden beter en kunnen steeds hardere nierstenen aan.” Daarnaast is er onder artsen een groeiende aandacht voor de levensstijl bij de patiënt, omdat goede voeding en voldoende drinken invloed kunnen hebben op (het risico op) nierstenen én op een herhaling ervan. Want helaas: na een eerste niersteen is de kans dat we er binnen vijf jaar weer eentje krijgen maar liefst vijftig procent.

*Bron: Margriet week 21-2024 / tekst: Liesbeth Smit