U bent in het IJsselland Ziekenhuis voor onderzoek en/of behandeling. Soms is het nodig bloed of lichaamsweefsel / -vloeistof bij u af te nemen. Na afronding van dit onderzoek blijft vaak een deel van dit lichaamsmateriaal over.
Het gaat dus om lichaamsweefsel/ -vloeistof (o.a. bloed) dat niet meer nodig is voor uw eigen behandeling of onderzoek. Daarnaast worden er tijdens het zorgproces medische beelden of opnamen gemaakt en data vastgelegd. Het kan belangrijk zijn om het resterende lichaamsmateriaal en medische gegevens te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek, maar ook voor kwaliteitscontrole (ijken medische apparatuur/analyse methoden) en onderwijs. Het wordt daarom niet direct vernietigd.
In deze folder geven wij u hierover uitleg. En we vragen u een keuze te maken; een keuze tussen wel of niet bezwaar maken tegen wetenschappelijk onderzoek met uw resterend lichaamsmateriaal. Doet u niets dan merkt u meestal niets, maar het is belangrijk dat u het volgende even leest.
Wat zijn medische gegevens?
Medische gegevens zijn gegevens die in het kader van diagnostiek en/of behandeling worden verzameld en vastgelegd in een dossier. Voorbeelden van deze gegevens zijn onder andere de diagnose zelf, welke behandeling u krijgt, de resultaten van de behandeling en de gegevens van de controles na de behandeling. Ook kunt u denken aan fotografisch en radiologisch beeldmateriaal, ECG’s, echobeelden of bloeduitslagen. Al deze gegevens worden elektronisch opgeslagen, zodanig dat uw gegevens goed beveiligd zijn en niet toegankelijk voor onbevoegden.
Wat is resterend lichaamsmateriaal (restmateriaal)?
Lichaamsmateriaal kan bloed, urine of weefsel zijn. Dit kan door de arts of verpleegkundige tijdens een consult of een operatie worden afgenomen of weggehaald. Het wordt onderzocht om een diagnose te stellen en/of te beslissen welke behandeling het beste voor u is. Na de diagnostiek en/of behandeling blijft vaak lichaamsmateriaal over. Dit noemen we resterend lichaamsmateriaal/ restmateriaal. Een deel daarvan wordt bewaard om eventueel later te kunnen gebruiken in het kader van een nieuwe behandeling en/of (erfelijkheids)onderzoek. Het andere deel, dat niet meer voor de zorg bewaard hoeft te blijven, kan gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek, kwaliteitscontrole en onderwijs.