Uroloog

Wat doet de uroloog?

De uroloog gaat met name in op uw incontinentieklachten.

De uroloog kijkt naar uw plasdagboek en bespreekt dit met u. Zonodig zullen aansluitend onderstaande onderzoeken worden uitgevoerd.

Uroflowmetrie

De flowmeter is een instrument om de klacht en het patroon van uw urinestraal te registeren. Verder worden de tijd, de snelheid en de hoeveelheid uitgeplaste urine gemeten. Hiervoor dient u met een volle blaas op de afspraak te komen. Op het toilet plast u in een speciale trechter. Hierna zal de doktersassistente met behulp van een echoapparaat meten wat u eventueel na het plassen in uw blaas achterhoudt.

Let op: indien u tijdens het bekkenbodemspreekuur een volle blaas heeft, hoeft u niet te wachten tot het tijdstip van de afgesproken uroflowmetrie. Wanneer u dit meldt, kunt u op de flowmeter plassen.

Urodynamisch onderzoek

Tijdens dit onderzoek kunnen metingen worden verricht van de blaasinhoud, de blaasdruk, het afsluitmechanisme van de blaas, het eventuele urineverlies, de uitstroomsnelheid van de urine en de spanning in de bekkenbodemspieren. Deze meetresultaten worden met een computer verwerkt. De uroloog krijgt hiermee informatie over de functie van uw blaas en bekkenbodemspieren.

Voor dit onderzoek wordt een dun slangetje via de plasbuis in uw blaas ingebracht, en een ander dun slangetje in de vagina. Hierna zullen elektrodeplakkers op uw billen worden bevestigd om de activiteit van de bekkenbodemspieren te meten. Dit onderzoek doet geen pijn.

Cystoscopie

Een cystoscopie is een inwendig onderzoek van de blaas. Met een dunne flexibele kijker kan de binnenkant van de blaas worden bekeken. Tijdens dit onderzoek wordt de blaas met steriel water gevuld. Een cystoscopie wordt door de uroloog verricht. Hierna zal de uroloog u onderzoeken en testen of er tijdens het hoesten urineverlies optreedt.

Naar boven