Snel naar
De KNO-arts onderzoekt en behandelt ook klachten van het oor. Dat zijn niet alleen correcties van de oorschelp (flaporen), maar vooral ook afwijkingen van de gehoorgang, het trommelvlies en het middenoor.
Deze afwijkingen veroorzaken vaak ontstekingen, slechthorendheid, oorsuizen of evenwichtsstoornissen. De KNO-arts kan deze aandoeningen behandelen met behulp van een operatiemicroscoop.
Afwijkingen in het binnenoor, het eigenlijke zintuig, zijn niet met een operatie te behandelen. Een voorbeeld van een afwijking van het binnenoor is ouderdomsslechthorendheid. Voor het verbeteren van het gehoor zal de KNO-arts in zo'n geval meestal een gehoorapparaat aanpassen.
KNO-onderzoek
De oren worden meestal eerst met de microscoop bekeken. Hierbij wordt gekeken naar de oorschelp, de gehoorgang, het trommelvlies en de gehoorbeentjes. Met een stemvork kan de KNO-arts een globale indruk krijgen van uw gehoor. Om een betere indruk van het gehoor te krijgen, voert de audiometriste een gehoortest uit.
Gehoortest
Bij een gehoortest testen wij uw gehoor. We laten u via een hoofdtelefoon pieptoontjes horen op verschillende volumes. Dit is een zogenaamd toonaudiogram. We testen uw gehoor ook door het aanbieden van woorden in verschillende geluidssterkte. Dit noemen we een spraakaudiogram. De gehoortesten vinden plaats in een speciale geluidsdichte ruimte.
Drukmeting van het oor
Er kan ook een drukmeting van het oor worden gedaan, tympanometrie. Hierbij wordt de druk in het middenoor gemeten. Daarvoor krijgt u een dopje met meetapparatuur tegen uw oor. U hoort daarna een pieptoon. Met dit onderzoek testen wij of er sprake is van een onderdruk in het middenoor of dat er bijvoorbeeld een vochtophoping in het middenoor zit, het zogenaamde lijmoor (glue ear). Dit onderzoek duurt twee minuten.
Oorsuizen of tinnitus
Veel mensen hebben last van oorsuizen. Zij horen geluiden zoals ruisen, piepen of fluiten, hoog of laag, hard of zacht, combinaties van geluiden, ongafgebroken of bij vlagen. Maar behalve zijzelf kan niemand deze geluiden horen. Tinnitus komt bij ongeveer twee miljoen Nederlanders voor. Tien procent daarvan heeft er veel last van en bij enkele tienduizenden mensen zijn de klachten zo erg dat dit psychosociale problemen veroorzaakt. Gelukkig weten we uit ervaring dat een heel groot deel van deze groep uiteindelijk met tinnitus leert omgaan en weer (zo goed als mogelijk) kan functioneren in het maatschappelijke en sociale leven.
Voor meer informatie over tinnitus verwijzen we u naar www.kno.nl (oorsuizen).
Gentamicine therapie
Voor een kleine groep Ménière-patiënten bestaat de mogelijkheid van gentamicine-therapie. Deze therapie, waarbij het antibioticum gentaciminie in het aangedane oor wordt gespoten, wordt in Nederland op enkele plaatsen uitgevoerd. Al in de jaren '50 van de vorige eeuw was bekend dat inspuiten van gentacimine bij Ménière-patiënten duizeligheidsklachten verhielp.
Tot voor een paar jaar bestond nog de angst voor toename van slechthorendheid en doofheid. De kennis over de hoeveelheid aan te bieden antibioticum is echter verbeterd en wetenschappelijk onderzoek heeft voldoende kennis opgeleverd om de therapie veilig in de praktijk te brengen.
Gentamicine-therapie is bedoeld voor patiënten bij wie alle andere behandelmogelijkheden onvoldoende effect hebben op de aanvallen van draaiduizeligheid. De therapie kan alleen worden toegepast als de ziekte maar in één oor zit. Aan die zijde wordt het evenwichtsorgaan uitgeschakeld. Het evenwichtsovergaan in het andere oor blijft functioneren. Als de ziekte in beide oren zit, is gentaciminie-therapie geen oplossing omdat dan beide evenwichtsorganen uitgeschakeld zouden moeten worden.