Goedaardige borstafwijkingen

Hier lichten we de verschillende soorten goedaardige borstafwijkingen en hun behandelmogelijkheden toe.

Hier lichten we de verschillende soorten goedaardige borstafwijkingen en hun behandelmogelijkheden toe.

  • Fibroadenoom of bindweefselknobbel
  • Vetweefselknobbel of lipoom
  • Cyste
  • Papillomen
  • Mastopathie
  • Kalkspatjes of microcalcificaties
  • Verwijde melkgang (ductestasie)

Fibroadenoom of bindweefselknobbel

Een fibroadenoom of bindweefselknobbel komt veel voor. Deze knobbel ontstaat door abnormale groei in het bindweefsel. Het voelt aan als een stevig, rubberachtig en pijnloos knobbeltje en is vaak gemakkelijk te bewegen.

Een fibroadenoom is niet altijd voelbaar. Het kan zich ook diep in het klierweefsel bevinden en pas worden ontdekt wanneer een mammografie en/of een echo wordt gemaakt. De knobbel kan het omringende weefsel opzij drukken, maar tast gezonde cellen niet aan. Hierdoor kan het gezwel het omringende weefsel wel belemmeren om te functioneren. Het is dan beter om deze operatief te laten verwijderen.

Fibroadenomen komen meestal bij jongere vrouwen voor. Vlak voor de menstruatie wordt een fibroadenoom soms gevoelig of pijnlijk en tijdens een zwangerschap kan het groter worden.

Vetweefselknobbel of lipoom

Een vetweefselknobbel ontstaat vanuit het vetweefsel in de borst. Vetweefselknobbels voelen in het algemeen vrij zacht aan. Ook voor de vetweefselknobbel geldt, dat deze het omringende weefsel opzij kan drukken maar gezonde cellen niet aantast.

Cysten

Een cyste is een veel voorkomende goedaardige afwijking. Het is een met vocht gevulde holte. Een cyste kan groter worden aan het einde van de menstruatiecyclus, als het lichaam meer vocht vasthoudt, en dan weer slinken. Er kunnen meerdere cysten in één of beide borsten voorkomen.
Als een cyste klachten geeft kan het vocht met een naald uit de cyste verwijderd worden. Dit noemen we ‘puncteren’. Daarna verdwijnt de knobbel in de meeste gevallen.

Papillomen

Papillomen zijn kleine gezwellen die voorkomen in de melkgangen, meestal net onder de tepelhof. Korte en heldere tepeluitvloed wijst vaak op papillomen. Meestal is dit onschuldig. Papillomen komen het meeste voor bij vrouwen tussen de 30 en 50 jaar. Soms is een operatie wenselijk.

Mastopathie

Mastopathie is een verzamelnaam voor goedaardige aandoeningen in het klierweefsel van de borsten. Symptomen zijn gespannen, gezwollen en pijnlijk borsten, met of zonder knobbels. Bij bewegen en aanraken (sporten, traplopen, vrijen, kinderen knuffelen, op de buik liggen), maar ook bij gewoon stilzitten, kunnen de borsten pijnlijk zijn. Als er knobbels in de borsten voelbaar zijn, zijn dit meestal cysten of fibroadenomen.

De aandoening is hardnekkig en meestal niet gevoelig voor medicijnen. Vaak is regelmatige (zelf)controle voldoende.

Oorzaken van mastopathie
Wat de oorzaak van mastopathie is, is niet altijd even duidelijk. Hormonen spelen in ieder geval een grote rol. Dat verklaart waarom mastopathie vaak gebonden is aan de menstruatie. Veel vrouwen hebben er met name voor de menstruatie last van, anderen altijd.

Grote veranderingen in de hormoonhuishouding, zoals zwangerschap, stoppen met de pil of verwijdering van de eierstokken, kunnen invloed hebben op mastopathie. Sommige vrouwen merken dat de klachten die er al waren, in de overgang verergeren. Er zijn ook vrouwen die tijdens de overgang last van mastopathie krijgen. Ook dat heeft te maken met hormoonschommelingen. Na de overgang verdwijnen de klachten geleidelijk.

Kalkspatjes of microcalcificaties

Kalkspatjes zijn niet voelbaar, maar worden door een mammografie in beeld gebracht. Bij twijfel over de aard volgt weefselonderzoek of een operatieve behandeling en wordt het weefsel nader onderzocht.

Verwijde melkgang (ductestasie)

Ductectasien zijn verwijde melkgangen die gepaard kunnen gaan met een chronische ontsteking en tepelvloed. Het komt voornamelijk voor bij vrouwen voor of rond de menopauze. Het is onbekend wat de oorzaak hiervan is.

Zijn de tepelvloed of chronische ontstekingsverschijnselen erg storend, dan is het raadzaam om operatief enkele verwijde melkgangen te verwijderen (microdochectomie). Het verwijderen van alle tepeluitgangen heet een conusexcisie. Hierbij wordt het klierweefsel verwijderd achter de tepel en tepelhof middels een snee langs de tepelhof. Door een conusexcisie kan de gevoeligheid van de tepel blijvend veranderen.

Naar boven