Afhankelijk van waar de steen zich bevindt en of deze zichtbaar is op een röntgenfoto, kan in overleg met u besloten worden om uw uretersteen met behulp van een ureterorenoscopie en laserlithotripsie te behandelen.
Operatie
De operatie vindt plaats onder algehele narcose of via narcose door middel van een ruggenprik. De uroloog brengt een dun instrument in via de plasbuis, de blaas naar de urineleider. De steen in de urineleider kan dan met een dunne laserdraad kapot gemaakt worden. De steen fragmentjes kunnen daarna met een speciaal tangetje of mandje verwijderd worden.
Na de operatie
Soms ontstaat er na de ingreep een tijdelijke zwelling van de urineleider. Of er blijft een reststeentje achter of een bloedstolsel vormt zich. Daarom kunt u na de operatie tijdelijk een inwendig slangetje in de urineleider krijgen. Dit kan, meestal na enkele weken, op de polikliniek vlot verwijderd worden met behulp van een cystoscoop (dit is een flexibel instrument dat wordt gebruikt om de blaas te bekijken).