Verminderde vruchtbaarheid (subfertiliteit) of onvruchtbaarheid (infertiliteit) van de man wordt zelden veroorzaakt door een verstoorde hormoonhuishouding. Als er weinig zaadcellen bij het spermaonderzoek worden gevonden, zal bloedonderzoek worden afgesproken.
Standaard wordt het testosteron (mannelijk geslachtshormoon), LH (Luteiniserend Hormoon) en FSH (Follikel Stimulerend Hormoon) bepaald. Dit bloedonderzoek zal 's ochtends vroeg worden geprikt, omdat het testosterongehalte in de loop van de dag varieert en in de ochtend het hoogst is.
Het bloedonderzoek zal in de meeste gevallen geen afwijkingen laten zien. De uroloog zal met u de uitslagen bespreken.
Er zijn verschillende oorzaken die door afwijkende hormoonwaarden een verminderde semenkwaliteit geven. Vaak zijn deze aandoeningen zeldzaam, enkele voorbeelden zijn: